Verkeerd gevallen – UNPROFOR

Achtergrond  –  Personeel  –  ‘t Geitenpad  –  Verkeerd gevallen  –  Bits & Pieces  –  Mil Infos  –  Foto’s 1  –  Foto’s 2  –  Foto’s 3  –  Films


Dit artikel is verschenen in het bataljonsblaadje, ‘t Geitenpad’, van zaterdag 23 oktober 1993, tijdens de periode van rotatie T5. Hierbij heb ik indertijd als pelotonscommandant van het 2e peloton B-cie, mijn ongenoegen geuit, mede namens de chauffeurs, over de werkwijze en de collegialiteit van de Koninklijke Marechaussee.

Dit betekent echter niet dat hun werkwijze toentertijd kenmerkend was voor alle collega’s van de Koninklijke Marechaussee, wij houden het op enkele ‘uitzonderingen’.

Tekst bovenstaande artikel:

“Twee weken geleden verscheen een artikel van Koninklijke Marechaussee over verkeersongevallen in ‘t Geitenpad. Hierin werd vooral de beschuldigende vinger naar de chauffeurs van het bataljon uitgestoken. Eén pelotonscommandant wil via een korte reactie de gevoelens van een groot deel van de chauffeurs verwoorden.

Na het lezen van het verhaal ‘Verkeersongevallen’ in ‘t Geitenpad was ik met stomheid geslagen over de toonzetting en het woordgebruik in deze bijdrage van de Koninklijke Marechaussee. Kreten als ‘van het behandelen van verkeersongevallen krijgen wij geen buikpijn’ en ‘het is frustrerend om zoveel ongevallen te behandelen’ horen niet thuis in de woordenschat van mensen die met zulke ernstige zaken bezig zijn. Als deze woorden op waarheid berusten, raad ik de betreffende mensen aan (dit geldt zeker niet voor allen) naar een andere werkkring uit te zien. Omdat we fatsoenlijk zijn wil ik de bij iedereen bekende kreet ‘opzouten’ hierbij maar niet gebruiken.

Voorbeeldfunctie

Wie denken de schrijver en zijn medestanders wel dat zij zijn? Wat zijn niet zijn, weet ik in ieder geval zeker. Geen echte militaire collega’s, want zo ga je niet met elkaar om. Ook geen militairen die de eerste steen mogen werpen, want ook hun voorbeeldfunctie is niet altijd even goed. Zo zien de chauffeurs regelmatig dat zij geen ‘onderhoud voor, tijdens en na het gebruik’ plegen. Merken tevens dat de kennis van radio en procedures beperkt is. Zelfs na een rit van 270 km naar Metkovic vergeten ze af te tanken en merken een loshangende antennepot niet op. Maar vooral vinden we het dat een aantal dienaren van Hermandad ons niet met open vizier treedt.

Een voorbeeld hiervan: Een konvooicommandant krijgt het verzoek van de KMar om mee te mogen rijden. Geen probleem. Belangstellend vraagt de commandant: “Wat is het doel van de reis?” “We moeten een zaak afhandelen”, is het antwoord. Later blijkt dat de Koninklijke Marechaussee gewoon controleert en rapporteert aan de Sie S2/3. Met controleren en rapporteren hebben we uiteraard geen probleem. Met stiekem doen wel!

Samen

Dat er veel ongelukken gebeuren kan en zal ik niet ontkennen. In plaats van voorbarig conclusies trekken en mensen te beschuldigen van te hard rijden, geen afstand houden en dergelijke, lijkt het mij echter verstandiger om met de gegevens die Koninklijke Marechaussee van verkeersongevallen heeft, in Nederland aan te tonen dat wij hier gemotiveerde, maar helaas zeer jonge en onervaren chauffeurs hebben. Uiteraard is dit niet de schuld van de chauffeurs, maar waarschijnlijk van onze organisatie. 

Ondanks mijn ongenoegen over bepaalde zaken wil ik het artikel afsluiten met de woorden van de Koninklijke Marechaussee: ‘Laten we hopen dat zij lering trekken uit dit artikel en in de toekomst gewoon met ons samen deze klus proberen te klaren. Het is immers al zo’n geitenbende in dit land!

Namens veel chauffeurs, Elnt Gubbels.

Na zowel de visie van de Koninklijke Marechaussee als die van de chauffeurs te hebben weergegeven, sluit de redactie van ‘t Geitenpad deze discussie af. Waar ligt de waarheid? Misschien ergens in het midden.”