ADOstcie – KFOR

Eenheden  |  Opdracht  |  Locaties  |  Foto’s  |  Gasten op bezoek  |  Bron  |  Het einde

Commandant:                      Majoor Ing. van Sonsbeek

Plaatsvervanger:                 Eerste Luitenant Roskam

CA:                                        Adjudant Wilmink

 

Hierbij een korte impressie van de Algemene Diensten Ondersteuningscompagnie van 1(NL)Geniehulpbataljon KFOR-2. De basis voor deze eenheid werd gevormd door 135 Verbindingsonder-steuningscompagnie, 115 Divisieverbindings-bedieningscompagnie en de stafcompagnie van 11 Verbindingsbataljon uit Garderen.

Onderstaande tekst is afkomstig uit het herinneringsboek van 1(NL)Geniehulpbataljon KFOR-2 en samengesteld door de compagnie zelf.

Voorwoord commandant ADOSTcie

Het was ergens halverwege 1999 toen Commandant 11 Verbindingsbataljon mij aanwees om in januari 2000 op uitzending te gaan met het Geniehulpbataljon naar Kosovo. Formeer een eenheid waarbij 130 RVC (Rayon Verbindings Compagnie) het raamwerk gaat vormen en waarbij de aanvulling tot 104 militairen zal worden geleverd door 135 Vbdostcie, 115 Divvbdbedcie en de Stafcie van 11 Vbdbat en bereid je voor op een taak als Algemene Diensten Ondersteunings Compagnie, de ADOSTcie.

Zo, dat was de opdracht. Waar het in het kort op neer kwam was dat onze verbindelaars als “manusje van alles” naar Kosovo gestuurd werden waarbij net als bij de voorgangers van KFOR-1 de nadruk zou liggen op het herstellen van daken in een gebied met PRIO-1. PRIO-1 wil zeggen dat de noodzaak van hulp het grootst is, enerzijds door de mate van vernieling en anderzijds door de weersomstandigheden. Op zo’n moment komt dan het besef dat er meer moet gaan gebeuren dan een MGO in de Harskamp. De verbindelaars moeten bouwvakkers worden. Na inventarisatie blijkt dat er wel wat capaciteit in de diverse eenheden zit maar om daadwerkelijk te kunnen gaan doen “waar we goed in zijn” zal er opgeleid moeten gaan worden. “Eigen huis en tuin” kijken was een van de mogelijkheden maar het maximale was een Handyman opleiding van een kleine week waarin de instructeurs van het Constructie en Trainings Centrum (CTC) in Wezep de basis hebben gelegd voor wat later in de praktijk prima op hun taak toegesneden bouwvakkers zouden worden, waarbij sommigen het van nature al in de vingers bleken te hebben.

Op 2 januari zijn we met een kleine voorrotatie vertrokken om de bedjes op te schudden voor de compagnie die in 5 slagen het gebied in zou komen. Daar begon het eerste probleem. Het groepje mensen van de eerste slag hebben heeft bijna klokrond gewerkt om de zaken op orde te krijgen zodat de bedden daadwerkelijk gespreid waren voor de rest van de collega’s. Op 14 januari was het dan zover; het werk kon beginnen.

Trappelend om de hamer en de zaag op te pakken moest er door o.a. weersomstandigheden uiteindelijk nog een maand gewacht worden voordat het echte werk kon beginnen. Juist in die eerste maand was het de kunst om een eenheid te vormen die ondanks minder buitenwerk steeds tot in hun vingertoppen gemotiveerd bleken te blijven om de “kleine klusjes” op de base Canauba Hill op te knappen. Kleine klussen die voornamelijk bestonden uit rommel ruimen en wachtondersteuning op locatie. In de tussentijd was er door het bataljon besloten om naast het herstellen van kappen, een project van de grond te tillen met als doel om in korte tijd in veel woonruimte te voorzien, het noodwoningenproject. Hiermee was de komende periode van vijf maanden afgedekt. In een mix met de pantsergeniecompagnie kappen herstellen en noodwoningen bouwen. Dat de opstart de nodige kinderziekten in zich bleek te hebben is als logisch. Het is tenslotte toch altijd anders dan in een opleidingssituatie. Daarnaast waren de omstandigheden bij schachthoge blubber en 20 graden vorst ook verre van ideaal.

Op het moment van schrijven kan ik zeggen dat ik als een trotse commandant kan terugkijken op de prestaties van de ADOSTcie. Met een hoge mate van professionalisme en uitstraling zijn ze samen met de pantsergeniecompagnie in staat gebleken om naast zo’n twintig kappen, ongeveer zestig noodwoningen te bouwen. Daarvan is een deel letterlijk uit de blubber getrokken. In het begin speelde de omstandigheden ons parten, in de zomerperiode was het vooral de temperatuur en de stofontwikkeling die de werkzaamheden behoorlijk verzwaarden. Als daarbij het steeds tijdelijk wegvallen van personeel door verlof e.d. wordt opgeteld mag als afsluiting worden gezegd dat de mannen en vrouwen hebben waargemaakt wat ze in Garderen hebben geroepen:

‘WE GAAN ERVOOR’

 

Ing van Sonsbeek

Majoor


Eerste peloton

Tegelvloer in de school te Randubrava
Bij de start van diverse projecten op 17 januari stond ook de school in Randubrava op het programma. De NGO betrokken bij dit project was USAID. De werkzaamheden zouden vooral bestaan uit het leggen van een tegels in de gang en op de trap van de school. Daarnaast zou er ook nog pleisterwerk aan de buitenkant gaan plaatsvinden en eventueel nog andere (herstel)werkzaamheden. Voor ons peloton is het gebleven bij het leggen van de tegels.

Het MCT kwam tot de conclusie dat er eerst een betonvloer gestort moest worden alvorens de zaak te gaan betegelen. Dit was hoofdzakelijk nodig om het hoogteverschil dat in de oorspronkelijke vloer zat weg te werken. Hoewel het de bedoeling was dat de werkzaamheden zouden beginnen per 17 januari is pas op 7 februari daadwerkelijk gestart met het storten van beton. In eerste instantie zou het ideaal geweest zijn in week vier te starten omdat dan de school een week gesloten zou zijn. Het cement dat nodig was liet even op zich wachten. Toen het eindelijk beschikbaar kwam, was het te koud om het beton te storten en te laten uitharden. Wachten dus op hogere temperaturen. Maandag 7 februari was het dan zover: geschikte temperatuur en alle materiaal bij de school aanwezig. Vier personen uit de B-gp konden beginnen met de klus. Op 16 februari lag de betonvloer erin. Dit heeft nogal wat improvisatie gekost omdat de lessen in de school gewoon doorgingen. Als de klassen leegstroomden moesten ongeveer 150 kinderen in bedwang worden gehouden. Ze mochten natuurlijk niet over het pas gestorte beton (en later, de pas gelegde tegels) lopen.

Een week later was het eerste gedeelte van de nieuwe betonnen vloer voldoende uitgehard om de tegels erop te kunnen lijmen. Even leek het mis te lopen omdat de tegels er nog niet waren, maar diezelfde dag zijn de tegels nog naar de school gebracht. De eerste twee dagen was er nog hulp van een tegelzetter van de Geniecie. Daarna hebben de mensen uit de B-gp de gang en de trap zelf betegeld. Hierbij waren de kinderen een grote hulp: in een mum van tijd waren de tegels uitgeladen en in de school neergelegd. Zaterdag 4 maart zijn we gestopt met het project. De trap die nog niet gereed was, is door het tweede peloton van de pantsergeniecompagnie afgemaakt. Wij moesten we de klus staken om te beginnen met het bouwen van de prefab noodwoningen.

Opknappen van een woning in Milanovic

Maandag 17 januari startte de C-gp met hun eerste project. In het dorp Milanovic stond een huis waarop door KFOR-1 een dak was geplaatst. Verder was dit huis onbewoonbaar. Er waren geen kozijnen en ramen, deur, vloer en vertrekken aanwezig. De bewoners waren zelf niet in staat om dit huis op te knappen. Materiaal was al op locatie aanwezig en na dit te hebben geïnventariseerd kon worden gestart met de werkzaamheden. De bedoeling was dat de benedenverdieping zou worden voorzien van een vloer, kozijnen, ramen, een buitendeur en twee vertrekken. Ook de etage zou voorzien worden van een vloer, kozijnen en ramen en twee vertrekken. Verder moesten de kopse kanten worden dichtgemaakt met hout (potdekselen) en de nokvorsten worden geplaatst. Voor al deze werkzaamheden was extra materiaal nodig en zou via het MCT bij de hulporganisatie (CARITAS AUSTRIA) worden besteld. Allereerst is begonnen met het aanbrengen van een balklaag voor de vloer. Hier kwam de eerste uitdaging om de hoek kijken. De bodem was verre van egaal zodat het een hele klus was om de balkenlaag waterpas te krijgen. Uiteindelijk is de balkenlaag weer verwijderd en zijn aan de beide lange zijden van het huis twee steunbalken in de grond ingegraven. Deze zijn waterpas gesteld en daarop is de balkenlaag op aangebracht. Ondertussen was op de balkenlaag op de etage de vloer gelegd.

In week vier heeft het werk aan het huis stilgelegen. Om verder te kunnen was aanvullend materiaal nodig. Dit materiaal moest van CARITAS komen. Aangezien het een project was dat in het vorige jaar was gestart, kon de organisatie geen extra geld vrijmaken voor aanvullend materiaal. Na wat over en weer te hebben gesproken met de organisatie konden we gebruik maken van materiaal wat CARITAS ruimschoots op voorraad had. Voor de C-gp betekende dit dat een gedeelte van de oorspronkelijke werkzaamheden kwam te vervallen. Voor de overgebleven werkzaamheden moesten ze zich behelpen met materiaal dat niet geheel geschikt was. Toch hebben ze er nog heel wat van kunnen maken. Er ligt een vloer op de begane grond en er zijn twee vertrekken gemaakt. Deze zijn gescheiden door een soort van hal. Ook zijn er deuren geplaatst als toegang tot de vertrekken. Op de verdieping is het gebleven bij het plaatsen van een vloer. Alle kozijnen zijn, voorzien van glas, geplaatst net als een buitendeur. De nokvorsten zijn geplaatst en de kopse kanten zitten dicht. Ook de gaten in de muur zijn zoveel mogelijk opgevuld. 23 Februari waren alle werkzaamheden voltooid.

Kappen in Velika Krusa

Maandag 17 januari is het bataljon begonnen aan verschillende projecten. De B-gp is die dag vertrokken naar Velika Krusa om daar te starten met het plaatsen van zes dakconstructies. Het project stond onder leiding van de Nederlandse hulporganisatie DORKAS. De bedoeling was dat de groep een lokale bouwmeester, ingehuurd door DORKAS zou assisteren bij het bouwen van de daken. Op dag twee van het project ging het al mis. De bewoners van het eerste huis waren het niet eens met de bouwwijze van deze lokale bouwmeester. Daarbij speelde ook een etnisch probleem. De bouwmeester was een Kosovaars-Albanees en de bewoners waren Roma’s. De bouwmeester zou volgens de bewoners bewust bij de bouw van het eerste dak uitgaan van een gammele constructie. Vanuit de pantsergeniecompagnie is een timmerman bij de groep geplaatst om een alternatief plan voor het dak te maken. Toen dit plan en de bouwtekening klaar waren, hadden de Roma’s een eigen lokale timmerman in de arm genomen om het dak te bouwen. In overleg met DORKAS hebben de bewoners samen met deze timmerman zelf het dak gebouwd. Onze groep zou dan voorbereidingen gaan treffen voor de overige vijf daken. Hierbij stuitten ze op het volgende probleem: asbest.

Bij het tweede huis werden asbesthoudende golfplaten aangetroffen. Na nauwkeuriger te hebben gekeken bleek een groot gedeelte van het bouwterrein bezaaid te liggen met afgebrokkelde delen golfplaat waar asbest in zou kunnen zitten. Met de bevolking werd afgesproken dat de bouw niet zou starten voordat de bouwplaats zou worden ontdaan van deze delen en ander puin. Die dag heeft de bevolking een aanvang gemaakt met het ontruimen van de bouwplaats. De volgende dag echter lag er een meter sneeuw, waardoor het onmogelijk was om verder te werken. Door deze sneeuw heeft het werk anderhalve week stilgelegen. In de eerste week van februari was de locatie zo goed als sneeuwvrij, genoeg om de bouwplaats weer te laten ontruimen.

De gemaakte afspraken werden echter maar mondjesmaat nagekomen. Het bleek al snel dat de bewoners niet tot overeenstemming konden komen met DORKAS voor wat betreft de locale timmerman die was ingehuurd door DORKAS. Op een gegeven moment was voor de hulporganisatie de maat vol en heeft DORKAS het project stopgezet. Het enige wat de B-gp toen nog heeft gedaan is dakpannen boven in het dorp gebracht voor het eerste huis en daarna al ons eigen materiaal ingeladen en onverrichte zaken teruggekeerd naar Canauba Hill.

Poeren
Op 31 januari kwam de opdracht bij het peloton binnen om ter voorbereiding op de prefab noodwoningen betonnen poeren te maken. In eerste instantie zou het gaan om een aantal van vijfhonderd poeren. Op 2 februari begon de A-gp met het maken van de bekisting voor de poeren. Groot struikelblok was op dat moment de opvoer van zand, grint en cement. Ook draadeinden en moeren waren in het begin niet voorhanden. Echter toen op vier februari de twee bekistingen voor ieder vijf poeren gereed waren konden die dag toch het eerste beton worden gestort. De volgende dag bleek echter dat deze eerste tien poeren waren mislukt. Net als bij de school in Randubrava was zand geleverd dat niet geschikt is voor het aanmaken van beton. Die dag is nieuw zand opgevoerd en zijn er weer tien poeren gestort.

De dag daarop waren die eerste tien uit de bekisting gehaald en konden de volgende tien worden gestampt. Probleem bleef echter de levering van cement. Dit werd betrokken van de Duitsers. Maar het werd steeds moeilijker om het te bemachtigen, zeker gezien de hoeveelheid die we nodig hadden voor dit project. De poeren werden bijna dagelijks gemaakt door personeel uit de A-gp en de B-gp, wat afhing van de inzet van personeel bij andere projecten. We konden niet dagelijks tien poeren maken doordat het beton mede door de lage buitentemperatuur na een dag nog niet voldoende was uitgehard. Op 16 februari zijn daarom twee bekistingen gemaakt voor nog eens tien poeren. Eind februari hebben we de opdracht overgegeven aan het Bulgaarse peloton. Dit omdat ons peloton moest starten met de bouw van prefab noodwoningen. Op het moment dat we het project van de hand deden waren er 126 poeren gemaakt, voldoende voor de eerste twaalf prefab woningen.

Schoonmaken fabriek te Orahovac

Op 2 februari kwam van Sie 3 weer een opdracht binnen. Dit keer ging het om een fabriek die in gebruik zou worden genomen door ICTY als mortuarium om lijken te kunnen identificeren. Voordat ICTY zou kunnen gaan plaatsnemen in het gebouw moesten alle kantoorruimten grondig worden schoongemaakt. Daarnaast moest het al meubilair en andere zaken worden versleept naar een ruimte om daar te worden opgeslagen. Het kapotte sanitair moest worden verwijderd en al de schade aan het gebouw moest worden geïnventariseerd om eventueel later nog hersteld te worden. De A-gp van het peloton had, afgezien van het bewaken van de Trein in Klina, nog geen werkzaamheden buiten de poort gehad. Omdat de B-gp nog geen zekerheid had over de herstart van het project in Velika Krusa, kreeg de A-gp deze klus. Meubilair verplaatsen, vloeren in de kantoorruimtes schrobben, ramen zemen, schade opnemen, troep verzamelen. Dit alles was in twee en een halve dag gebeurd. Intussen was de Geniecie bezig met gaten boren voor een hek dat later is geplaatst door het derde peloton. Een korte klus, maar de mensen van ICTY waren zeker tevreden met het resultaat.

Dak in Gajrak

Eindelijk was het dan zover. Op 9 februari kwam de opdracht binnen om in Gajrak daken te gaan plaatsen. Het ging om twee daken waarvan ons peloton er een van zou gaan plaatsen en de tweede voor rekening van het tweede peloton kwam. De B-gp was gedeeltelijk bezig in de school in Randubrava en de C-gp in het huis in Milanovic. De A-gp, alweer bijna een week op de base na hun klus voor ICTY in Orahovac, kon dus aan de slag. Start van de werkzaamheden was op dinsdag 15 februari. Met ondersteuning van een sergeant van het eerste peloton van de pantsergeniecompagnie gingen we aan de slag. Het was even puzzelen om en nabij de schoorsteen, maar dat obstakel vormde niet echt een uitdaging. Op donderdag 17 februari was het hoogste punt bereikt. Het was aan de CC van de ADOSTcie om op bezoek te komen en de groep het pannenbier uit te reiken. Daarna werd het dak dichtgetimmerd met het dakbeschot, de panlatten erop geslagen en de dakpannen geplaatst. Ondertussen werden de kopse kanten dicht gemetseld. Donderdag 24 februari was de klus geklaard: het dak zat erop. Na dit dak zouden nog vele daken volgen.

Kisten voor de EOD

Op 21 februari kwam er even een opdracht tussendoor terecht bij het peloton. De EOD had kisten nodig om KKW munitie te laten springen. Het ging om een aantal van vijftig kisten met een binnenmaat van 25x25x25 cm. Op 23 februari zijn de planken voor de kisten bij de GAMMA op de zaagtafel op maat gezaagd. En werd het eerst (proef)kistje in elkaar gezet. De dag daarop zijn de overig kisten in elkaar gezet en opgehaald door de dankbare EOD.

Werkzaamheden op de base onder leiding van de base-HID

De eerste weken zijn vooral besteed aan werkzaamheden op de base. De HID had erg veel werk liggen en kon wel extra hulp gebruiken. Vooral de A-gp heeft de eerste periode veel gedaan voor de HID. Zo zijn er containers met allerlei materiaal uitgeladen en opnieuw beladen. De base is ontdaan van veel afval. En er zijn kleine constructieklussen gedaan op verschillende werklocaties en in het legeringsgebied. Er is zoveel werk verzet dat de overste het op het bataljonsappel vermeldde.

Treinbewaking te Klina

Nog geen dag binnen en dan al de eerste opdracht te pakken: de trein, bestemd om materiaal van KFOR-1 terug naar Nederland te brengen, bewaken op het station in Klina. Duur van de opdracht is onbekend. In de nacht van 7 op 8 januari kwam de A-gp van het 1e peloton van de ADOSTcie aan op Canauba Hill. Zondag 9 januari stonden 2e al weer klaar om te vertrekken naar Klina. Geen dubbelwandige Duitse tenten, maar Nederlandse boogtenten en een Nederlandse kachel. De temperatuur was toch al om over naar huis te schrijven: -10 tot -20 °C. Na een lange reis achter in de viertonner, begon het wachtlopen bij de trein totdat deze zou vertrekken naar Nederland. Vier dagen heeft dit geduurd woensdag 12 januari kwam de groep voor de tweede keer weer aan op Canauba Hill. De dag aansluitend werd gebruikt om alsnog de legering in te richten en te acclimatiseren op de compound.

Treindetachement Klina – Skopje

De eerste groep was al snel met de eerste opdracht naar Klina vertrokken. De volgende opdracht volgde niet lang daarna: weer drie personen naar Klina. Dit keer was de eer aan personen uit de B-gp. Ze moesten de trein vanuit Klina begeleiden en bewaken tot aan Skopje. Heen en weer. Heen met de trein vanuit Klina, terug met een konvooi vanaf de NSE in Skopje.

Prefab noodwoningen

Al enige tijd was ons peloton al bezig met de voorbereidingen van de prefab noodwoningen. 126 poeren waren klaar toen we begonnen aan de bouw van deze woningen. Daarna is de opdracht om de poeren te maken overgedragen hadden aan het Bulgaarse peloton. In week acht werden samen met het eerste peloton van de pantsergeniecompagnie en het tweede peloton van de ADOstcie de verschillende groepen gevormd. Vooral voor de Pagn, maar ook voor ons hield dit in dat er redelijk met personeel moest worden geschoven. Project verantwoordelijk was het Compagniescommando van de pantsergeniecompagnie. De prefabricage werd gedaan door de Bulgaren in de Binghamtent. De bouw stond onder supervisie van het eerste peloton van de pantsergeniecompagnie. Hieronder vielen het eerste en tweede peloton ADOst met respectievelijk drie en twee bouwgroepen.

Twee funderingsgroepen bestaande uit personeel van de ADOstcie en de pantsergeniecompagnie. En een afbouwploeg van genisten onder leiding van een sergeant en een korporaal uit ons peloton. De A-gp van ons peloton werd aangevuld met twee pantsergenisten. De B-gp kreeg een nieuwe groepscommandant, een plaatsvervanger en nog een derde genist en de C-gp werd ook met twee genisten versterkt. De A-gp en de C-gp leverden een persoon aan de afbouwgroep.
Het was de bedoeling in twee dagen de fundering van een huis te maken. In zes dagen de prefab elementen in elkaar te zetten en zo het huis te bouwen. Vervolgens in twee dagen de laatste hand leggen aan het huis (douchebak, elektra ramen en deuren) door de afbouwploeg. Als eerste kon bouwploeg C aan de slag op locatie 302 in Gajrak. Deze woning moest op 9 maart gereed zijn voor het bezoek van de minister van defensie. Op die dag heeft de minister deze woning overgedragen aan de familie die dit huisje zou gaan bewonen. Samen met een korporaal uit de C-gp heeft hij een herinneringsbordje op de muur van dit huisje geschroefd. Daarna heeft hij de sleutels van het huis aan de bewoner overhandigd.

Vanaf het begin hadden de twee funderingsgroepen problemen met de bodemgesteldheid. Zo kwam het de B-gp en de A-gp pas later konden starten met hun eerste huisje. Ook toen alle drie de groepen het eerste huisje gebouwd hadden, moesten ze enkele dagen wachten alvorens te starten met de volgende. In eerste instantie was het de bedoeling dat de funderingen al snel een voorsprong zouden opbouwen ten opzichte van de bouwgroepen. Maar door de blijvende problemen met de grond en het toenemende tempo van de bouw van een huisje (het derde huisje van de A-gp was in drie dagen gereed) hadden de funderingsgroepen er moeite mee om op tijd nieuwe funderingen voor de bouwgroepen gereed te maken. Daarom is er vanaf 21 maart gestart met een ander concept. In plaats van twee werden er vier funderingsgroepen gevormd uit een mix van personeel van de pantsergeniecompagnie en de ADOSTcie. De afbouwgroepen werden daarna gevormd door twee Bulgaarse teams onder leiding van een sergeant en korporaal van onze ‘oude’ B-gp. Daaraan toegevoegd waren nog drie genisten. Vanaf dat moment konden de nu vier funderingsgroepen, tijdig de funderingen gereed hebben zodat de bouwgroepen niet meer op nieuwe locaties hoefden te wachten.

Vanaf de start van het project was het de bedoeling 55 noodwoningen te bouwen. 30 van het bataljon en 25 van DORKAS. Al snel was duidelijk dat DORKAS niet meer dan tien woningen zou gaan financieren. Maar met het bezoek van de minister werd bekend dat buitenlandse zaken er nog geld bij deed, genoeg voor nog eens tien huizen. Op 15 april waren de locaties van DORKAS bekend. Daarnaast heeft het bataljon uit eigen middelen bijgedragen met vijf extra huizen. Daarmee is het totaal aantal huizen weer gekomen op 25.

Op vrijdag 7 april was er een gast in Gajrak. Dit keer was het de BLS die onder leiding van de CC ADOSTcie verschillende projecten, opnieuw ook in Gajrak bezocht. Op die dag waren ook twee bouwgroepen van ons peloton daar bezig met het bouwen van een noodwoning. Beide locaties heeft de BLS bezocht en zich laten informeren door de groepsleden op die locaties.

Tweede peloton

Op 3 januari 2000 vertrok een gedeelte van de ADOstcie vanuit Eindhoven naar Prizren. Na te zijn geland op Thessaloniki, volgde er een busreis, via Skopje (NSE) naar Canauba Hill, onze toekomstige thuisbasis. In 10 dagen tijd zijn alle deelnemers van de ADOstcie in Prizren aangekomen. Begin Januari had het hier gesneeuwd. Het was koud, vergeleken met Nederland, maar we mochten niet klagen. Zo troffen we in de verwarmde Duitse boogtenten de veldbedjes met matrassen aan. Daarnaast stonden er twee binghamtenten, waarvan er een als eetzaal fungeerde. Er stond een sporttent achter de legering en natuurlijk de natte fabs zorgde ook voor een stukje comfort. Op zondag kon je een kerkdienst bijwonen in het Holland Huis.

In eerste instantie lag er geen werk voor ons op de plank. Voor onze goed gemotiveerde jongens was dit de gelegenheid om met zijn allen de base op te ruimen. Het afval hout werd naar een passende bestemming getransporteerd. De eerste kans om de lokale wegen te testen. Er lag sneeuw en ijs. Grote kuilen in de weg, oude auto’s, paard en wagen en karretjes voort getrokken door een motortje verbeterde de toestand op de wegen niet echt. Later in die periode hebben een aantal van ons ook als bijrijder meegeholpen om de wegen ijs, – en sneeuwvrij te maken met voertuigen van de genie. Dit was het gevolg van een flinke sneeuwbui waarbij zo’n 30 centimeter sneeuw was gevallen. Zaak was het om de sneeuw van de tenten af te halen. Dat leverde weer de nodige sneeuwballen gevechten op. Toen de sneeuw weer een beetje gesmolten was konden we echt aan de slag. Iets anders dan we verwacht hadden. We gingen humanitaire hulp verlenen in de vorm van glaszetten.

KFOR 1 had in de vorige periode in diverse bergdorpjes humanitaire hulp verleend. Dat wil zeggen: dakpannen, hout, ramen en deuren om de schade van de oorlog weer enigszins te herstellen. Maar wat toen niet voorradig was, was glas. En dan wordt net nog moeilijk warm stoken in Kosovo, zeker wanneer het zo koud is. Wij zijn met onze glaswagen toen alle dorpjes afgereden om de mensen blij te maken met glas. Waar nodig zetten wij het zelf. In totaal hebben we ruim 450 ruiten gezet in 14 bergdorpjes. Een dankbare klus, waar we in totaal zo’n drie weken mee bezig zijn geweest. Het gaf tevens een beetje zicht op allerlei hulporganisaties waar we mee samenwerkten. Dit project werd verzorg door Caritas Oostenrijk, maar zo waren er nog een dikke zestig hulporganisaties. Voor UNHCR bijvoorbeeld hebben we in Celina een aantal tenten op gezet die daar als noodschooltje gingen fungeren.

Medio februari begon voor ons de integratie met enkele pantsergenisten. We hadden de opdracht gekregen om een kap op een vernield huis in Gajrak te plaatsen. In de voorbereiding op onze uitzending hebben een aantal mensen wat tips gehad hoe ze het een en ander moeten bouwen. Een beetje vakkundige hulp van enkele pantsergenisten was toch wel welkom. In nog geen twee weken tijd zat er weer een flink dak op de vernielde woning. Maar algemene diensten ondersteuningscompagnie kan ook zeker letterlijk gelezen worden. Want eind februari werd een groep van ons peloton ingezet om het communicatiecentrum, dat zich op de Bauhoff bevond, te helpen verhuizen. Dat was een klus van algemene aard, die door ons peloton naar ieders tevredenheid geklaard werd.

Aan ons was de eer om het eerste bataljonsfeest te organiseren. Op 26 februari was het zover. De band was geregeld, de zaal door onze meiden en jongens versiert, de keuken droeg zorg voor een overheerlijk warm en koud buffet en de mensen van onze barcommissie verzorgde het natje. De bataljonscommandant besliste voor die avond een verhoging van de normaliter geldende two-can-rule naar de zogenoemde five-can-rule. Al met al was het een zeer geslaagde avond geworden. Niet alleen het buffet van het “Bouwvakkersbal” maar ook over de gebruikelijke brunches op zondag morgen waren de meeste toch wel erg te spreken. Ook heeft de keuken een keertje een maaltijd verzorgd met spareribs op het menu. Ook dat was voor vele van ons een geslaagde maaltijd.

Terwijl de eersten begin maart met verlof naar huis gingen, begon voor ons peloton een heel ander project. Want vanaf die tijd heeft het eerste en tweede peloton van de ADOstcie zeer nauw samen gewerkt met het eerste peloton en het Bulgaarse peloton van de pantsergeniecompagnie. Het groene licht was er en er werd aangevangen met de bouw van de inmiddels beroemde noodwoningen. Na het verwerven van materiaal en het transporteren naar Canauba Hill, wordt het hier door een peloton Bulgaarse collega’s geprefabriceerd tot elementen voor de noodwoning. Zorgvuldig worden de elementen ingepakt en in containers vervoerd naar de diverse locaties. Daar zijn de funderingsgroepen al actief bezig, zodat op de fundering een huisje kan worden gebouwd. De laatste fase is door zorg van de afbouwgroepen. Zij hangen de ramen en deuren en verzorgen o.a. het elektrisch werk. Als alles gereed is wordt de woning opgeleverd door het MCT (militair constructie team). Wat dit project betreft zijn in alle fases mensen van ons peloton actief geweest. Soms werd er steun geleverd bij de prefabricage in de derde Binghamtent.

Een groot gedeelte van ons peloton heeft zich in het funderen gestort. Dat viel vaak niet mee. Kosovo heeft over het algemeen een kleibodem, die door gesmolten sneeuw en regenbuien binnen de kortste keren verandert in een modderpoel. Dit heeft tot gevolg dat graaf machines en wiellaadschoppen niet altijd konden ondersteunen. Daarnaast reden zware keepers met grind ten behoeve van de fundering wel eens vast. Een andere mogelijke bodemsoort was rots. En dat kostte de nodige pikhouwelen. Maar de onderlinge sfeer en samenwerking verliep heel goed.

In een periode van ongeveer vier dagen werd een noodwoning geplaatst van balkenlaag tot en met de dekveren. Vanwege Kosovaarse afmetingen was ook dit wel eens een echte uitdaging. In totaal behelsde dit project 64 woningen waaraan we tot eind mei onze handen vol aan hebben gehad. In Paga Rusa, Zociste, Retilmje, en Gajrak (in onze mond ook wel Klajrak genoemd) hebben we veel mensen blij gemaakt met deze noodwoningen.

Op 1 april was er de gelegenheid om de uitzending door midden te vieren tijdens het doorzaagfeest. Medio april verzorgde de “Tour of Duty” een tweede gezellige avond en de maand werd afgesloten op 29 april door het Koninginnebal.

Maar het is niet altijd feesten geblazen. Op ons kamp draaiden we namelijk ook een aantal diensten. Een keer in de maand twee dagen de dag, – en nachtwacht. In het begin zelf ook nog een keer op de Bauhoff, waar bouwmaterialen opgeslagen en gedistribueerd werden. Een aantal jongens heeft zich ingezet in de barcommissie om ons van een natje en een droogje te voorzien. En op de commandogroep werd regelmatig een beroep gedaan ten behoeve van de OPS diensten.
Enkele dingen die we in Nederland regelmatig doen, hebben we ook tijdens onze uitzending kunnen beleven. Zo was er namelijk een schietbaan nabij Orahovac. Niet aangelegd, zoals we dat gewend zijn in Nederland, maar wel de mogelijkheid gehad en benut om enkele malen te gaan schieten. Andere onderwerpen die tijdens de uitzending herhaald zijn in het kader van training en opleiding, zijn NEC en ZHKH.

Op het kamp Canauba Hill werd vaak fanatiek gesport. In het kader van de sportcompetitie was er bijna elke zondag een toernooi in een of andere sport. Bij alle sporten was de ADOSTcie vertegenwoordigd, en ook van ons peloton waren er diverse deelnemers. Daarnaast had de sport ook nog eens voor de liefhebbers een dagje klimmen en klauteren in de bergen in de nabij e omgeving van Prizren georganiseerd. Abseilen in een grot en een wandeling door de mooie omgeving maakte het tot een geslaagde dag.

Vanaf 1 juni gaat ons peloton zich bezig houden met de redeployment, met andere woorden het inleveren van de voertuigen, afbreken van werk, – leefgebied. Om vervolgens op 20 juni weer via Skopje terug te reizen naar Nederland. Dan zit onze uitzending erop. We kunnen terug kijken op een leuke club die heel wat werk verzet heeft voor 1(NL)Geniehulpbataljon.

Derde peloton

Op 20 oktober 2000 werd de ADOSTcie voor KFOR 2 samengesteld uit militairen van 11 Vbdbat. Het merendeel van de mensen kwam uit 130 RVCie en werd aangevuld met militairen van 115 en 135. Vanaf dat moment begon de teambuilding middels oefeningen en de MGO. Langzaamaan werd deze groep een eenheid en het derde peloton maakt hiervan deel uit. In het begin even wennen, al die nieuwe gezichten en leiding geven aan groepen van meer dan een paar man, maar al gauw kreeg iedereen er plezier in en we zagen dan ook vol vertrouwen de uitzending naar Kosovo tegemoet. Op 3 januari 2000 vertrokken de sleutelfunctionarissen en de laatste kwamen op 12 januari naar Canauba Hill in Prizren, een groot kamp voor zo’n 850 man gelegen op een vliegstrip.

Ons peloton wordt ingezet voor allerlei klussen, variërend van het bouwen of repareren van compoundfaciliteiten tot het bouwen van kappen. Al gauw worden we uitgewisseld met een peloton van de Pagncie om zo maximaal gebruik te maken van de bij hen aanwezige kennis en onze mankracht. Binnen een paar weken ontstaat een hechte band met het tweede peloton van hen en deze goede samenwerking blijft gedurende de gehele uitzending bestaan en blijkt vele voordelen te bieden. Binnen een paar weken kunnen ook verbindelaren een muur metselen alsof ze nooit anders deden. Kennisuitwisseling is erg belangrijk gebleken.

De eerste maand van de uitzending hadden we geregeld te kampen met sneeuw en kou hetgeen de werkzaamheden bemoeilijkten en vertraagden. De klussen waren daardoor ook van een ander kaliber dan degenen die na half maart moesten worden uitgevoerd. Vanaf dat moment stond het bouwen van kappen voor ons peloton boven aan de lijst.

De Cogp van het peloton bestaat uit elnt Bloem, pc van het derde peloton. De plv-pc is de sm Droste en de twee MB chauffeurs zijn sldl Schuurman en sldl van der Neut. Hoofdtaak van de Cogp bestaat uit het verkennen van bouwlocaties, het vergaren van tekeningen, materialen en gereedschappen voor de uit te voeren werkzaamheden. Ook het regelen van voeding, zau-steun en vervoer behoort hierbij. En daarnaast veel begeleiding op locatie van de gpc-en en hun groepen, van wie toch maar even verwacht wordt dat ze het allemaal even regelen. Gebleken is dat ze zeer goed in staat waren om bijvoorbeeld een dak op een uitgebrand huis te plaatsen, maar daarover wordt per groep hieronder meer verteld.

Tot slot wil ik graag van de gelegenheid gebruik maken om mijn dank uit te spreken voor alle leden van het derde peloton voor de fijne tijd en goede samenwerking. Met z’n allen hebben we er een prachtige uitzending van gemaakt waarop we allen met trots kunnen terug kijken. Ik vind dat jullie allemaal een prima prestatie hebben geleverd en ik heb veel respect voor jullie inzet en vakkundigheid.

Hieronder volgen de verhalen van de drie afzonderlijke groepen.

Het verhaal van 3A


Na een uitgebreide voorbereidingsperiode gevolgd door een verlofperiode vertrokken wij, de A-groep van het derde peloton van de ADOSTcie, begin januari 2000 naar het toen koude Kosovo. Onze missie is het ondersteunen van het 1(NL)Geniehulpbataljon. In al haar taken en dat hebben we geweten ook!
Onze werkzaamheden waren zeer divers en veelal nieuw voor ons aangezien we geen van allen genist zijn. Hieronder volgt een beknopt overzicht van onze werkzaamheden.

We zijn begonnen in een school in Dragobilje, een project wat door KFOR 1 opgestart is. Wij hebben daar glas gezet, drempels gemaakt, een plafond getimmerd, en wat deurbeslag gemonteerd en daarmee het project afgerond. Daarna hebben we meegeholpen aan het bouwen van een hekwerk voor het ICTY (International Crime tribune Yugoslavia), een instituut van de VN dat secties verricht op lijken uit massagraven.

Aansluitend hebben we een huis, wat zwaar beschadigd was door het oorlogsgeweld, opgeknapt. Daarbij moet u denken aan het storten van funderingen, het metselen van muren, het plaatsen van kozijnen, tot en met het compleet bouwen van een kapconstructie van 23 meter lang, zes meter breed en twee meter hoog, al met al een aardige klus. Na een korte steunverlening aan de B-gp van ons peloton zijn we doorgegaan naar ons laatste grote project; het bouwen van een kapconstructie op een ruim 100 jaar oude woning, eveneens beschadigd door oorlogsgeweld. De woning is gebouwd van met leisteen gestapelde muren en is aan alle kanten schots en scheef.

U begrijpt, het bouwen van een dak op zo’n woning is niet eenvoudig maar toch hebben wij ook dit project weer met succes afgerond. Deze werkzaamheden hebben wij uitgevoerd bij temperaturen variërend tussen -25 en + 35 graden Celsius, hetgeen soms niet eenvoudig was.

U ziet, in de ruim vijf maanden die wij in Kosovo hebben doorgebracht hebben we zeker niet stilgezeten. De missie waarvoor we gekomen zijn hebben we ook uitgevoerd, zoals een goed militair dat behoort te doen. We hebben allen een ervaring opgedaan die ons lang zal bijblijven.

Onze groep 73A bestaande uit: Sgt Buurman, Kpl1 v. Ijzendoorn, Kpl v/d Vlies, Kpl Visser, Sldl Schenk, Sldl Ogretmenoglu, Sldl Klopstra, Sldl Nouwens, Sldl Smeenk.

Het verhaal van 3B


Het begon allemaal op 12 januari voor ons, er zou een tijd aanbreken van intensieve samenwerking en samenleving. Onze groep bestaat uit negen personen, een sergeant en acht groepsleden. Normaal zijn we allemaal verbindelaar, en een is genezerik. Op zich hadden we dus een hele uitdaging voor de boeg, deze uitdaging hebben we met beide handen aangepakt, iedereen is gemotiveerd begonnen aan de uitzending………

De eerste opdracht die we kregen was bij het klooster, daar waar de jongens van de Infanterie de beveiliging in handen hadden. Net voor het klooster ligt een Bailey-bruggetje. Het houtwerk van de oprijlaan was dusdanig versleten dat het aan vervanging toe was. Om slijtage op de brug zelf te verminderen hebben we daar ook nog een extra laag hout op getimmerd. De klus duurde een dagje, een mooi begin van een mooie tijd.

De eerste paar maanden stond voor ons ook in het teken van samen werken, onze “nieuwe” collega’s waren van de Pantsergenie. We hielpen ze met allerlei kleinere werkzaamheden waar zij zelf geen personeel voor hadden. Zo moesten in Velika Krusa bij het noodwoningen project enkele boogtenten worden opgehoogd boven de funderingen. Later kwamen daar dan kachels in, dit zodat er aan stuk door gemetseld kon worden in de vrieskou die toen heerste. Voor het metselen van de noodwoningen zijn enkele groepsleden van ons te werk gesteld geweest bij de Pantsergenie.
De tenten moesten natuurlijk ook weer afgebroken worden, raad eens wie dat deed. Inderdaad ook dat werk namen wij op ons.

Wat indirect een mooie klus was voor de hulp aan de locale bevolking was het bouwen van de derde Bingham-tent. Daar is namelijk het startpunt voor de bouw van de prefab noodwoningen. Het bouwen van de Binghamtent was ook weer een hele uitdaging op zich, maar er waren al twee voorbeelden op de base waar gespiekt kon worden. Met de hulp van een kraan van de Genie kon er ook in de hoogte worden gewerkt. Alles verliep weer gladjes en het resultaat was te bewonderen.

Kappen, die hebben we ook gemaakt. De eerste was in Gajrak, het was even onwennig omdat het de eerste kap voor ons was. Het was aftasten hoe het zou gaan verlopen, uiteindelijk goed want er is weer een familie onder gebracht onder de kap die wij gemaakt hebben. Dat zijn dan de mooie dingen van zo’n uitzending, dat je werk gewaardeerd wordt door de lokale bevolking, zij zijn het waar je het allemaal voor doet.

Ook werden er door ons kappen gemaakt in Bajdan en Dukoi. Wederom om hele families weer beter te huisvesten.Er zijn nog talloze klussen die door ons zijn uitgevoerd, maar ook door enkele groepsleden samen. Door de zeer goede groepscohesie is de tijd voor het gevoel bijna voorbij gevlogen. Elke dag weer lol met elkaar, samen eten, samen sporten, samen onderhoud, samen slapen in een tent, alles werd samen gedaan. Door die samenwerking heeft iedereen elkaar leren kennen en hebben we samen een steentje bijgedragen aan de wederopbouw van een door oorlog getroffen Kosovo.

Het verhaal van 3E


Wij zijn een groep van 8 mannen en 2 vrouwen (Sgt Kraakman, Kpll Meijer, Kpll Mantel, Kpl Hendriks, Sldl Spijk, Sldl Hoogenwerf, Sldl v/d Molen, Kpl Kruishaar, Kpl Widurski). Toen wij in januari aankwamen was het erg koud, waardoor we nog niet konden beginnen met het bouwen van daken. We hebben toen allerlei andere klusjes gehad, zoals: wachthuisjes maken voor de infanterie bij het klooster van Prizren en bij OP-BRAVO, zeil leggen in de Binghamtent, en nog diverse klusjes voor de HID op Canauba Hill in Prizren.
 Helaas moest de Kpll Meijer die bij onze groep hoorde op medische repat.

Na ongeveer een maand zijn we begonnen met ons eerste dak in Gajrak. Dit was voor ons allemaal erg nieuw! De bewoner van het huis was erg behulpzaam, hielp graag een handje mee! Een paar van onze groep zijn nog voor een paar weken mee geweest met de Pantsergenie.
Zij hebben veel verschillende werkzaamheden mogen doen. Zoals: metselen, lijmen, elektra etc. dit alles was leuk en leerzaam!

In totaal hebben we drie daken gedaan, wat snel is gegaan. Op de eindresultaten zijn wij trots en hadden bij voorbaat nooit gedacht dat wij dit zouden kunnen. We hebben lange dagen gemaakt en hard gewerkt. Vroeg op, elke dag een lange rit voor de boeg! Dik inpakken tegen de kou en de laatste maanden zweten en stofkapjes op tegen dat smerige stof!
Achteraf hebben wij een leuke en zeer leerzame uitzending gehad waar wij met plezier op terug kijken. De uitzending is hierdoor ook snel voorbij gegaan!

Foto’s van de ADOstcie: