Over mij



In 1988 ben ik als ‘spijkerbroek’ begonnen bij Koninklijke Landmacht (Ministerie van Defensie) op het toen nog bekende Opleidingscentrum Officieren Speciale Diensten (OCOSD). Na deze opleiding ben ik in 1990, begonnen met mijn startfunctie op de Generaal Winkelmankazerne te Nunspeet, als pelotonscommandant bij 108 Lichte Transportcompagnie (later 230 Mzwtcie, momenteel 220 Tcie), toen nog behorende bij 105 Transportbataljon (later 200 Bevotbat, momenteel B&Tco).

Na twee jaar met veel plezier te hebben gewerkt, werd ik overgeplaatst naar de C-cie van de Koninklijke Militaire School (KMS) te Weert, waar ik slechts 8 maanden heb gewerkt. De reden hiervoor was mijn uitzending op 6 juli 1993 (rotatie T5) naar het voormalig Joegoslavië als pelotonscommandant. Zes maanden heb ik, uiteraard samen met mijn kader en chauffeurs, humanitaire konvooien gereden met het 2e peloton van de B-cie (van 1(NL/BE) VN Tbat) te Santici, Vitez (BiH).

Bij terugkomst op 29 december 1993 werd ik overgeplaatst naar Headquarters Allied Landforces Central Europe (HQ LANDCENT) te Heidelberg in Zuidwest-Duitsland. Eén week na mijn terugkomst begon ik als pelotonscommandant van een Brits-Nederlands transportpeloton (binnen een internationale transportcompagnie onder leiding van een Britse majoor) aan een zeer interessante én uitdagende periode op een Amerikaanse complex (Friedrichsfeld) gelegen tussen Heidelberg en Mannheim in Duitsland.

Na één jaar heb ik de functie van kapitein-adjudant (Aide-de-Camp) gekregen bij de commandant van HQ LANDCENT, de Nederlandse generaal M.J. Wilmink. Ná Nederland leverde de Verenigde Staten een commandant (functies in de commandogroep wisselen tussen de Verenigde Staten, Duitsland én Nederland), de Nederlandse generaal werd opgevolgd door een Amerikaan, generaal W. Crouch (tevens de voormalige commandant IFOR/SFOR).

Nederland was nu aan de beurt om de Duitse luitenant-generaal D. Stöckmann, op te volgen op de functie van plaatsvervangend commandant/chef staf (DCOM/COS). Luitenant-generaal J.H. de Kleyn volgde de COS/DCOM op en ik zou blijven, tevens als kapitein-adjudant, wat ik heb gedaan tot mijn overplaatsing naar 200 Bevoorrading & Transportbataljon (200 Bevotbat) op 13 augustus 1998.

Na een zeer drukke, maar gigantisch interessante baan als kapitein-adjudant, én na vierenhalf jaar met plezier te hebben gewoond in Neustadt an der Weinstrasse in Zuidwest-Duitsland, werd ik geplaatst op de plek waar ik 8 jaar geleden begon als pelotonscommandant, de Generaal Winkelmankazerne te Nunspeet, en wel bij 200 Bevoorradings- & Transportbataljon!

Ik ben 2 jaar werkzaam geweest als Hoofd Sectie S4, én commandant Stafstafcompagnie van 200 Bevoorradings- en Transportbataljon te Nunspeet. Vanaf 27 september 1999 werd ik (tijdelijk) tewerkgesteld bij 11 Pantsergeniebataljon te Wezep. Dit had te maken met het opwerkprogramma voor mijn uitzending met 1(NL)Geniehulpbataljon KFOR 2 naar Kosovo. Op 3 januari 2000 ben ik begonnen, met ongeveer 800 collega’s, in Prizren, te Kosovo, wederom als Hoofd Sectie S4 (Logistiek).

Na mijn terugkomst op 7 juli 2000, ben ik na een korte verlofperiode begonnen aan de Voortgezette Militaire Vorming (VMV), de zogenaamde ‘majoors-cursus’ op het Instituut Defensie Leergangen (IDL) te Rijswijk (NH).

Aansluitend ben ik op 23 december 2000 geplaatst als Hoofd Sectie S4 bij 101 Geniebataljon te Wezep. Tevens heb ik in de tijdens deze plaatsing de cursus Stafdienst (STD) op het Instituut Defensie Leergangen te Rijswijk (ZH) gevolgd.

Op 3 september 2001 ben ik begonnen als C-160 Zware Transportcompagnie, te Nunspeet. Met ingang van 17 december 2001 zijn wij met de eenheid verhuisd naar de Generaal-majoor Kootkazerne te Garderen. 160 Zwtcie zat toen op dezelfde locatie als het (moeder)bataljon, 100 Bevoorradings- en Transportbataljon.

In de periode 12 juni 2002 – 23 december 2002 ben ik uitgezonden geweest naar Macedonië, als Commandant van 1 (NL) NSE Task Force Fox (TFF), de logistieke eenheid ten behoeve van het Nederlandse deel van Task Force Fox. Deze eenheid was geplaatst op Camp Fox, een base net buiten Skopje in de gemeente Bunardzik, Macedonië.

Als commandant 160 Zware Transportcompagnie leverde ik voor 1 (NL) NSE TFF een deel van de functionarissen, waaronder mijzelf als commandant. Op 23 december 2002 ben ik teruggekeerd naar Nederland. Na enkele weken verlof, heb ik in januari 2003 mijn functie als companiescommandant bij 160 Zwtcie weer opgepakt.

Op 5 april 2004 ben ik overgeplaatst naar 101 Geniebataljon (ja, wederom) in de functie als Hoofd Sectie Constructie Ondersteuning (SCO) binnen Geniewerken (GNW). Mijn eerste, eerdere functie bij 101 Geniebataljon (Hfd Sectie S4) duurde (helaas) te kort, vandaar dat ik alles in het werk heb gesteld om op deze functie geplaatst te worden.
Dit was niet eenvoudig, het is namelijk een ‘majoor genie-stoel’. Ik hoopte dat ik dit maal wél mijn 3 jaar ‘uit kon zitten’ op deze functie. Overigens, het eerste half jaar heb ik óók ‘tijdelijk’ de functie van commandant Stafstafcompagnie waargenomen. Helaas, het is mij niet gelukt om drie jaar ‘vol’ te maken bij 101 Geniebataljon, Geniewerken.

Per 1 augustus 2006 ben ik aan mijn nieuwe functie begonnen, wederom bij 200 Bevoorradings- en Transportbataljon, nu als plaatsvervangend bataljonscommandant, gelegerd te Garderen, op de Generaal-majoor Kootkazerne. Een functie die ik altijd graag heb willen doen, echter het tijdstip kwam wel onverwacht vroeg, mede gezien het grote plezier in het werk bij Geniewerken en het fijne team van collega’s!

Op 14 november 2008 heb ik mijn functie als PBC bij 200 B&Tbat verlaten. Helaas heb ik de functie niet kunnen overdragen aan een opvolger, die moest nog volgen.

Per 17 november 2008 werd ik geplaatst in Utrecht bij Staf Commando Landstrijdkrachten als Adjudant van Commandant Landstrijdkrachten, de toenmalige Luitenant-generaal R.A.C. (Rob) Bertholee. Deze functie heb ik 3 jaar met zeer veel plezier vervuld. In deze periode heb ik de defensieorganisatie, nationaal maar zeker ook internationaal, zowel breed als diep leren kennen.

Na 3 jaar ben ik overgeplaatst naar Soesterberg waar ik werkzaam werd als Plaatsvervangend commandant en Chef staf van het Opleidings- en Trainingscentrum Logistiek op de Du Moulinkazerne. Wederom een mooie uitdaging in een werkveld binnen de defensieorganisatie, namelijk Opleidingen, Trainingen en Kennisproductie.

Na twee jaar werd ik benaderd of ik interesse had in de functie van Hoofd Sectie Casecoördinatie Commando Landstrijdkrachten (CLAS), een functie in het P&O-veld, een werkveld waar ik nog niet had gefunctioneerd.
Ondanks dat ik deze functie nooit ‘op mijn lijstje’ had staan, groeide mijn interesse tijdens mijn ‘bedenktijd’. Uiteindelijk ben ik op 1 januari 2014 begonnen in Utrecht aan deze functie die mijn voorganger 7 jaar had vervuld, dus voor mij een uitdaging om hem op te volgen.
Na een gedegen inwerkperiode heb ik de functie van Hoofd Sectie Casecoördinatie 5 volledige jaren mogen uitvoeren. Ik heb dit ervaren als een zeer interessante periode met veel zeer bijzondere situaties op personeelsgebied.

Eind 2018 ben ik begonnen aan een nieuwe uitdaging als Stafofficier KL voor het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) bij de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK) op de Zwaluwenberg te Hilversum.

Na bijna 4 jaar heb ik eind oktober 2022 mijn functie bij de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK) op de Zwaluwenberg afgesloten.

Per 1 november 2022 ben ik gestart als Clustercoördinator bij de Directie Materieel & Diensten van de Staf Koninklijke Landmacht op de Kromhoutkazerne te Utrecht.

Ik heb dit helaas maar korte tijd mogen doen. Geveld door een burn-out begin 2023 ben ik na enkele maanden gaan re-integreren bij het Personeelslogistiek Commando (PLC) van de Directie Human Resources (DHR, de voormalige Directie Personeel en Organisatie) van de Koninklijke Landmacht.

Na een paar jaar weer terug naar mijn Operationeel Commando, de Koninklijke Landmacht. Voelt toch weer een beetje als thuiskomen.

Altijd weer een mooie, nieuwe uitdaging!

Video Koninklijke Landmacht